4 alinea's In Een Voorstad

geschreven in april 1999 te Utrecht, in het kader van de cursus Verhalen Schrijven bij het Utrechts Centrum voor de Kunsten
enigzins nabewerkt in mei 1999 voor publicatie in de cursusbundel en op de website

© 1999 DHz

Een morgen in een nieuwbouwwijk in Frankenstein. De motregen vergrauwsluiert de nog in dimstand staande dag. Er is schijnbaar geen leven in dit oord, afgezien van wat kraaien die in de verte wat verveeld krassen. De rust en de rij grijsgroene voordeuren wordt doorbroken door het opengaan van een van hen. Een man komt haastig naar buiten. Met zijn ene hand probeert hij de andere helft van zijn jas aan te trekken. Met zijn andere hand, die ook een boterham onder haar hoede heeft, probeert hij de deur dicht te trekken. Met ferme passen gaat hij op weg.

1
2

Al lopend neemt hij een hap uit zijn boterham en kijkt op zijn horloge. Als hij deze bus niet haalt kan hij drie kwartier wachten op de volgende, en dan komt hij zeker te laat op zijn werk. Hij neemt nog eens een extra grote hap uit zijn boterham, en versnelt zijn pas. Op de hoek van de Roerdomp en de Rietgors passeert hij al kauwende iets dat op de grond ligt. Een paar passen verder realiseert hij zich dat het plat, langwerpig en lichtblauw is. Hij stopt. Hij overweegt even of hij daar nog tijd voor heeft, maar besluit dat het toch een nader onderzoek waard is. Hij loopt terug en raapt het op: het is een 45-strippenkaart. Inspectie van de achterkant wijst uit dat ook de laatste strip afgestempeld is.

De vorige avond heeft hij er ook zo eentje gekocht bij de krantenkiosk op het busstation in Nieuwerveen. Hij heeft hem in zijn broekzak gestoken - van zijn beige broek. Hij ziet zichzelf de beige broek met wat steenrode sokken en zandkleurige overhemden in de wasmachine stoppen, de programma kiezer op veertig graden bont zonder voorwas zetten, en de startschakelaar indrukken. Hij kijkt naar zichzelf. Vandaag draagt hij zwarte sokken, een grijsblauwe jas, en een muisgrijze broek. De strippenkaart zit nog in de beige broek en dus ook in de wasmachine... en zijn portemonnee ook. 3
4 Wat nu te doen? Naar huis rennen en redden wat er te redden valt, of toch proberen de bus te halen en een duur kaartje bij de chauffeur kopen... oh nee, hij had zijn portemonnee niet hier. De beslissing neemt zichzelf: om de hoek doemt het geluid op van een zware dieselmotor. De grijsgele bus naar Nieuwerveen rijdt hem voorbij, hem achterlatend in de grauwe ochtendnevel. Terwijl het dieselgeronk wegsterft klinkt in de verte het sarcastische gekras van kraaien.